WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK Binnen en buiten Nederland wordt wetenschappelijk onderzoek gedaan op verschillende gebieden die te maken hebben met een communicatieve beperking. Hieronder een paar voorbeelden. Effectiviteit van de Hanen-oudercursus Het Hanen Programma Center in Canada heeft verschillende ouderprogramma’s ontwikkeld voor indirecte taalstimulering bij jonge kinderen met een vertraagde taalontwikkeling. In Nederland is ‘Praten doe je met z’n tweeën’ populair. In dit programma worden de Hanen-principes uitgelegd: volgen, aanpassen en toevoegen. Deze ouder-kinderinteractie wordt in effectstudies positief geëvalueerd en is in de studie van Baxendale & Hesketh (2003) minstens zo effectief als de traditionele spraak- en taaltherapie door een logopedist. (Bron VHZ themakatern 2014) Minder psychische problemen bij kinderen met een cochleair Maar de totale populatie is heel divers, zowel in de mate van gehoorverlies, de behandeling (een cochleair implantaat of ‘gewoon’ gehoorapparaat), als de communicatie (gebarenof gesproken taal). ‘We hadden een relatie verwacht tussen de ernst van het gehoorverlies en de problemen, maar die bleek er helemaal niet te zijn’, aldus Theunissen. (bron: LUMC) Effectiviteit logopedie bij kleuters Wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van behandelmethodes bij kinderen met een taalontwikkelingsstoornis staan nog in de kinderschoenen. Gerda Bruinsma van het lectoraat logopedie van Hogeschool Utrecht gaat in samenwerking met de Universiteit Utrecht en Auris onderzoek doen naar het effect van logopedische behandeling bij kinderen met een ernstige taalontwikkelingsstoornis. Gerda hoopt met haar onderzoek de zorg voor kinderen met een taal ontwikkelingsstoornis verder te verbeteren. (bron: Van Horen Zeggen februari 2014) Onderzoek naar grammaticale implantaat Slechthorende of dove kinderen met een cochleair implantaat (CI) hebben als tiener minder psychische problemen dan kinderen met een gewoon hoorapparaat. Dat ontdekte promovenda Stephanie Theunissen van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Ongeveer 1 op de 1.000 pasgeborenen is doof of slechthorend. Theunissen onderzocht in hoeverre vroeg gehoorverlies tot psychische problemen leidt. De kinderen waren ten tijde van het onderzoek tussen de 9 en 16 jaar, maar waren allen al voor hun vijfde verjaardag behandeld voor hun gehoorproblemen (gemiddeld bij 2 jaar). Bekend was al dat kinderen met gehoorproblemen vaker met psychische problemen kampen dan andere kinderen. 50 Van Nul tot Taal ontwikkeling Rob Zwitserlood heeft onderzoek gedaan naar de grammaticale ontwikkeling van kinderen met een TOS tussen 6 en 10 jaar. Het gebruik van complexe, samengestelde zinnen en de grammaticale fouten werden onderzocht. Kinderen van 10 jaar met een TOS hebben nog steeds een achterstand in hun grammaticale vaardigheden. Het gebruik van samengestelde zinnen blijft vooruitgaan en de kinderen maken ook minder fouten naarmate ze ouder worden. Een onderdeel van het onderzoek was een pilotstudie naar therapiemogelijkheden voor kinderen met een TOS van 10+ jaar. Kinderen leerden complexe samengestelde zinnen maken in een vrij korte periode met 2 x per week therapie. Drie maanden later was het positieve effect nog steeds aanwezig. Pagina 49

Pagina 51

Interactieve digi relatiemagazine, deze vakblad of onderwijs magazine is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het naar een digitale publicatie omzetten van online presentaties.

Van nul tot taal Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication